Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Als de jongen heenging, zo stond David op van [72]de zuidzijde, en hij viel op zijn aangezicht ter aarde, en hij boog zich driemaal; en zij kusten [73]elkander, en weenden met elkander, [74]totdat het David gans veel maakte. 72. Versta hier, de zuidzijde des velds waar zij op waren, of de zuidzijde van den steen, bij welken zich David verborgen had. 73. Hebreeuws, de man zijn naasten. 74. Hebreeuws, totdat het David groot maakte; te weten, met wenen.